Leiderschap is vaak ingewikkeld. Het heen en weer bewegen tussen de harde zaken en de hart-zaken. Sturing en tempo aangeven en tegelijkertijd ruimte laten aan medewerkers en teams die wellicht anderen ideeën hebben of het werk even geen voorrang geven. Samen met de groep lachen maar ook beseffen dat je, als het erop aankomt, altijd een andere rol en positie hebt.
Zeker als leiders dezelfde leeftijd hebben of misschien nog jonger zijn dan teamgenoten zie ik vaak dat leiders zich lid (willen) maken van het team. Erbij willen horen is een krachtig systeem dat iedereen van ons kent. Maar dit maakt je positie ingewikkeld als je de niet-leuke boodschappen hebt te verkondigen. En je bent kwetsbaarder voor alle meningen. In je dagelijkse werk kan je hiervoor een pantser ontwikkelen, of je wilt of niet.
Brené Brown ontwierp ooit een oefening die ze ‘het vierkante team’ noemde. Neem een papiertje van 2,5 bij 2,5 centimeter (persoonlijke noot: je kan ook een klein hartje of ster knippen bijvoorbeeld). Dit kleine formaat vraagt je namelijk om scherp te reflecteren en keuzes te maken. Op dit briefje schrijf je de namen van mensen die voor jou echt belangrijk zijn. Die van je houden en je waarderen. Inclusief je imperfecties en kwetsbaarheid.
En spreek je met jezelf af: als deze mensen je iets terug geven.. Dan laat je altijd je pantser zakken. Zij houden je namelijk scherp en op jouw pad.